CANTUCCINI

La dolce vita


Nadat ik mijn zus Suzanne had verteld over een Italiaans restaurant waar we bij de koffie zulke lekkere versgebakken Italiaanse koekjes hadden gegeten, bezorgde ze me per omgaande een stapeltje recepten dat ze had meegenomen van een vakantie in Toscane, een paar jaar geleden. Via de mail kwam er ook nog een reisverslag achteraan

waar la dolce vita vanaf spat: Zo verbleven ze in een 250 jaar oud hotel, van alle moderne gemakken voorzien, te midden van het Toscaanse landschap. Ze deden inkopen op een lokale markt en proefden uitgebreid chianti in een wijnhuis. En ze volgden 

een kookworkshop in een osteria, onder leiding van sous-chef Marzio. Op de foto poseert hij - zwart haar, zwarte snor, stevig postuur, ofwel een dubbelganger van super-Mario uit het computerspelletje - samen met mijn zwager gebroederlijk voor het restaurant. Op weer een andere foto staat mijn zus verse pasta te maken.
Dit stond op het menu:

- flan met courgette en pecorinosaus en basilicumolie
- eend op de huid gebakken met balsamicoazijn, venkel en tijm
- panna cotta met chocolade


En dan die cantuccini, gedoopt in een glas vin santo (Toscaanse dessertwijn). Hoe zoet kan het leven zijn? 

Die cantuccini bleken helemaal niet moeilijk te maken. Terwijl op internet allerlei recepten circuleren waarbij citroenrasp en allerlei kruiden als kardemom en steranijs worden toegevoegd, is deze bereidingswijze heel basaal. Maar die eenvoud is ook de kracht van de Italiaanse keuken, blijkt altijd weer. De hoeveelheden uit het recept heb ik gehalveerd, want die was toegesneden op zo’n uit de kluiten gewassen Italiaanse famiglia uit zo’n Bertolli-reclame. Het leverde toch nog een flink aantal koekjes op, tussen de 30 en de 40. Vin santo had ik niet, maar de koekjes laten zich ook prima dopen in amaretto, limoncello of in een kopje espresso.


Ingrediënten            

  • 500 g bloem, liefst ‘type 00’ (zeer fijn gemalen meel van zachte tarwe)

  • 400 g suiker

  • 200 g amandelen met het bruine vliesje eromheen

  • 3 eieren

  • 1 zakje gist

  • melk

  • honing

.

Bereiding

Stap 1


Meng alle ingrediënten door elkaar. Gebruik van de melk zo veel als je nodig hebt om er een kneedbaar deeg van te maken (maar een paar eetlepels) en voeg honing naar smaak toe (ik heb ongeveer 3 eetlepels gedaan).


Stap 2


Laat afgedekt ongeveer 30 minuten rijzen. Verwarm de oven voor op 170 graden.

Stap 3


Vorm dan een rol (of twee rollen, past beter op de bakplaat) van ongeveer 5 centimeter doorsnee. Leg ze op bakpapier op de bakplaat en bak ongeveer 25 minuten.


Stap 4


Haal ze uit de oven, laat even een paar minuten afkoelen en snijd de rollen dan in plakjes van ongeveer 1 centimeter. Bak deze nog 8 à 10 minuten, tot ze er droog uitzien.